vrijdag 11 maart 2011

Grote toom vogels gespot -> vervolg

Ik was zojuist het op de site van HBVL aan het lezen en stond er in de zijstukjes het volgende artikel:



De vogels die wij dus maandagavond opgemerkt hebben in de auto, waren dus geen wilde ganzen maar kraanvogels...

Mijn leerwensen nu zijn:

- Wat zijn kraanvogels? Hoe zien ze er uit?
- Wat is voor hen het zuiden (trekoord in winter)en het noorden (thuisbasis)?
- Wat is de temperatuur waarin zij het liefste overleven?

Welke roos zal ik werken?

Inhoudelijk expert.

Welke brillen zal ik hiervoor aanraken?

Natuur en ruimte vooral.

Te weten gekomen info die nuttig is ook voor leerlingen?

Wat zijn kraanvogels? Hoe zien ze er uit?


Alle kraanvogels zijn grote vogels met een lange poten en lange nek. Anders dan de blauwe reiger, die er ongeveer hetzelfde uitziet maar geen familie is, vliegt een Kraanvogel met de nek uitgestrekt, niet ingetrokken. De meeste soorten kraanvogels houden er een ingewikkeld en luidruchtig paringsritueel of -dans op na. Kraanvogels blijven hun hele leven bij elkaar. Sommige soorten trekken over grote afstanden, terwijl kraanvogels die in een warm klimaat leven helemaal niet trekken. Kraanvogels zoeken elkaars gezelschap en kunnen grote troepen vormen.

Wat is voor hen het zuiden (trekoord in winter)en het noorden (thuisbasis)?

De kraanvogel broedt in het noorden en oosten van Europa. Twee- tot driehonderd jaar terug liepen die leefgebieden door tot in Nederland.

Hij komt in de Benelux vooral als trekvogel voor wanneer hij van en naar zijn zomergebied trekt. In maart en april en van eind oktober tot in december trekken deze vogels over het oosten van Nederland en België. Er zijn een aantal plaatsen die dienen als belangrijke tussenstops die de kraanvogels gebruiken om aan te sterken: over het algemeen zijn dit ruime en rustige plaatsen.

Een befaamde Europese rustplaats voor kraanvogels tijdens de doortrek is het gebied rond het Lac du Der in het noorden van Frankrijk.

Hun overwintering gebeurd in Frankrijk of soms trekken ze door naar Spanje. Als het warmer weer wordt komen ze terug naar het noorden en oosten van Europa om daar te broeden.

Wat is de temperatuur waarin zij het liefste overleven?

Uit voorgaande kan ik dus besluiten dat deze vogels als het winter is naar warme landen gaan zoals Frankrijk en Spanje. Zij hebben dus een warmere temperatuur nodig dan de wilde ganzen.

Geraadpleegde bronnen?

Internet:

http://nl.wikipedia.org/wiki/Kraanvogel_(vogel)
http://www.rijnmond.nl/Homepage/Nieuws?view=%2FNews%2FDefault%2F2011%2Fmaart%2FKraanvogels+trekken+massaal+over+de+Biesbosch

Wat heb ik voor mezelf geleerd?

Dat dit dus een mooi voorbeeld is van een trekvogel die naar het zuiden van Europa trekt om te overwinteren.
Je kan deze trekvogel in de lucht goed herkennen aan zijn uitgerekte hals als hij vliegt (anders dan de Blauwe reiger die en ingetrokken hals heeft).
Ze zijn ook heel gekend om hun dansenritueel (balts) en hun luidruchtig geroep.

Wat kan ik als leerkracht hiermee doen?

Dit als tegenvoorbeeld gebruiken van wilde ganzen bij het thema "trekvogels" en de gebieden waar zij naartoe trekken.

Welke leerplandoelen heb ik vervuld?

7.3 Het ontdekken in de omgeving van een aantal levensgemeenschappen of biotopen.
7.4 Inzien dat dieren een grote verscheidenheid in kenmerken vertonen.
7.5 Ontdekken dat er tussen dieren onderling veel gelijkenissen bestaan.
7.7 Inzien dat dieren aangepast zijn aan een leefwijze in een bepaald milieu.
9.10 Plaatsen waarmee je kennis maakt vlot op een passende kaart of plattegrond terugvinden.

donderdag 10 maart 2011

Carnaval is terug in het land!!

Vorige week vrijdag is de carnaval-periode terug gestart en kom je weer overal carnavalstoeten tegen...
Hier in Hasselt moet die nog plaatsvinden, maar toch word ik al geconfronteerd met het feit dat ik nog niet zo veel kennis heb over dit feest (buiten dat je dan snoepjes kan gaan vangen).

Mijn leerwensen:

Ik zat vooral met de volgende vragen:
- Hoe is carnaval ontstaan?
- Waarom verkleden de mensen zich?
- Waarom gaan er stoeten rond in alle steden?
- Waarom wordt er snoep uitgegooid en niet iets anders?
- Waarom is Aalst de carnavalsstad?
- Waarom zeggen fervente feestgangers continu "Alaaf! Alaaf!"? Wat betekent dit?

Rond welke roos ga ik werken?

Ik ga mij verdiepen in inhoudelijk expert.

Welke brillen van WO zal ik aanraken?

Ik denk rond zingeving grotendeels.

Welke acties ga ik ondernemen?

- Ik ga een kameraad raadplegen die in een carnavalsgroep zit.
- Ik ga op internet rondsnuiteren of ik hier meer info over vind.

Te weten gekomen info die ook zinvol is voor lln.

Ik ben dus te weten gekomen dat carnaval het feest is juist voor de vasten. Dus juist voordat de mensen gaan vasten, vieren zij nog even uitbundig feest om nog voor de vasten even hevig zich te buiten te gaan in eten.
Normaal wordt carnaval gevierd van 3 dagen voor aswoensdag wanneer het vasten begint. Dit zou zijn van zondagavond tot woensdagochtend. Vroeger was dinsdag dan "vette dinsdag" en dan werd al het vet opgebruikt waarvan men dacht dat dit slecht zou worden tijdens de vastenperiode.
Carnaval was van oorsprong een heidens feest dat uiteindelijk omgevormd is tot een christelijk feest (om zo dit om te buigen naar iets katholieks ipv weer iets heidens uit te bannen).
Het begin van carnaval hangt af van wanneer het pasen is, zeven weken terugtellen beginnend bij pasen is gelijk aan het begin van carnaval. Het begin zal dus steeds liggen tussen 1 februari en 9 maart.

Het verkleden vindt zijn oorsprong in mensen die zich opkleedden voor het feest. En intussen is dit gewoon veranderd door de jaren in kleding kopen of huren om dit feest te vieren en hoe zotter hoe liever want dit feest is juist om eens hevig verkeerd te gaan.
Daarmee dat ook in Aalst de mannen zich als vrouwen verkleden (de vuil jannetten) -> vroeger konden de arbeiders geen kleren kopen of huren dus deden de mannen de kleren aan van hun vrouwen...

De reden van het gooien van snoep kan verschillend zijn. In het verre verleden (16de eeuw) gooiden ze eerst met rommel en dergelijke (om de spot te drijven met de rijken). Met de jaren was dit veranderd in noten, fruit, geld etc. Keulen zou dan de eerste carnavalsstoed zijn geweest die dit vervangde of gebruik maakte van snoep. En intussen is dit dus overal grotendeels snoep geworden.
Een andere reden zou kunnen zijn omdat men bij feesten pakjes uitdeelt, en vandaar het uitdelen van snoep als pakjes.

Het rondgaan van een stoet is omdat er meer en meer mensen de spot wilden houden met de rijken en eens goed zich te buiten wilden laten gaan. En aangezien dat de vroegere stadshouder dit niet meer kon tegenhouden (de aanhang) gaf hij voor een aantal dagen de stadsleutel aan de prins (prinscarnaval) en mocht hij beslissen wat er met zijn stad gebeurde. En door deze stoeten bereikten ze meer mensen.

Aalst is de bekendste carnavalsstad omdat zij carnaval inzetten op de begindatum van carnaval. Zij hebben ook het langst een illegale stoet gehouden, vandaar ook het meest bekend. Ook houden zij effectief 3 dagen feest en is die stad daardoor in de ban.

Alaaf wil zeggen "hallo". Dat is de groet van carnaval, die elke carnavalist kent. Hier hoort ook een beweging bij, nl. men brengt de rechterhand gestrekt naar de linkerzij van het hoofd en beweegt men de hand voor langs het gezicht terug naar rechts.

Wat heb ik voor mezelf geleerd?

Intussen ben ik heel wat te weten gekomen over dit feest. Het verbaast mij dat dit van oorsprong een heidens feest is... Dit had ik totaal niet verwacht...
Nu kijk ik ook anders aan tegen dit feest, ik dacht dat dit enkel ging om zotten die even willen feest vieren. Maar ik kon mij hier geen reden bij bedenken. Het enige wat ik mij nu afvraag is of veel carnavalisten van tegenwoordig dit alles ook weten en het om dezelfde redenen doen, nl. even het beest uithangen voordat ze gaan vasten.

Wat heb ik hier voor mezelf als leerkracht van geleerd en kan ik er nog mee doen?

Als een kind naar mij toekomt met de vraag wat "alaaf" betekent tijdens de carnavalperiode, sta ik niet meer met een mond vol tanden. Ik zou ook sowieso met hen het gaan hebben over carnaval, en er een wo-thema rond maken tijdens deze periode. Ik zou hier een exploratietafel rond opstellen en hen de vragen laten opzeggen/noteren die bij hen opkomen rond deze periode. Daarna zullen wij samen op zoek gaan naar antwoorden op deze vragen. Op het internet kom je veel sites tegen met info hierover, ik kan zelfs een carnavalist (prins carnaval) uitnodigen in de klas waar de leerlingen dan een interview van kunnen afnemen. Op deze manier krijgen zij dan ook antwoorden op hun vragen.

Welke leerplandoelen komen hierbij kijken? (ook als ik dit zou gebruiken in de klas met de leerlingen)

Overkoepelende doelen
0.1 Meer te weten komen over de wereld in al zijn dimensies, hier en elder, vroeger en nu
0.10 Vragen kunnen stellen waarvan de antwoorden onderzoekbaar of opzoekbaar zijn
0.13 Informatiebronnen op een doeltreffende manier kunnen hanteren

Zingeving
2.2 Er zich bewust van zijn dat veel mensen hun leven zin geven door hun geloof in een waardengeheel.
2.3 ontdekken hoe mensen omgaan met grote momenten in hun leven
2.9 inzien dat veel mensen hun leven zin geven door een of andere arbeid te verrichten

Samenleving
5.1 zich er bewust van zijn dat mensen bij 1 of meer groepen horen
5.2 inzien dat elke groep eigen doelen nastreeft, wat tot conflicten kan leiden
5.3 inzien dat veel groepen en volkeren eigen symbolen of kentekens hanteren

Geraadpleegde bronnen:

Internet:
http://nl.wikipedia.org/wiki/Carnaval
http://www.isidorusweb.nl/asp/default.asp?t=show&id=2683
http://www.wegwijslezer.nl/php/question.php?QuestionID=1299
http://www.vastelaovendinlimburg.nl/gebroeke/oetspraoke/alaaf/

Kameraad geraadpleegd die zelf bij een carnavalvereniging zit en dus de betekenis ook weet van "alaaf".

grote zwermen vogels gespot

Maandag, op onze terugweg van Roermond, merkten we tijdens onze rit een hele zwerm grote vogels op in de lucht. En verscheidene malen dat we zo een grote groep tegenkwamen.
Dit was fascinerend om te zien.
Bij het zien van die vogels zegt mijn man dat dit wilde ganzen zijn die naar het noorden trekken omdat het terug mooi weer wordt en ze daar willen broeden.

Op dat ogenblik kwamen er een heel aantal vragen in mij op, waarop mijn man ook geen antwoord wist. Vandaar deze leerwensen...

Mijn leerwensen:

- Wat zijn wilde ganzen?
- Hoe zien wilde ganzen er uit op de begane grond?
- Waarom trekken deze naar het Noorden waar het nu juist terug kouder wordt?
- Trekken vogels niet naar warme landen om te broeden?
- Als deze vogels naar het noorden trekken, waar dan precies? Nederland of zelfs hoger naar Zweden of Finland etc?
- Waarom trekken zijn in zo een grote groep?
- Is er hier een leider onder hen in die grote zwerm?
- Waarom maken zij zo figuren in de lucht?

Welke roos ga ik werken?

Ik ga werken op vlak van inhoudelijk expert.

Welke brillen van WO ga ik hierbij aanraken?

Ik veronderstel dat dit grotendeels Natuur zal zijn alsook Ruimte voor een gedeelte.

Wat is mijn actieplan?

Ik ga antwoorden zoeken op mijn vragen op internet.
Boeken raadplegen over wilde ganzen in bib.

Te weten gekomen info die ook zinvol is naar lln toe.

1. Wat zijn wilde ganzen? Welke soorten zijn hier het meest voorkomend?

Wilde ganzen zijn ganzen die vrij zijn in de natuur en niet gehouden worden door mensen.
Elk jaar worden zowat alle Europese ganzensoorten waargenomen. De KOLGANS en de KLEINE RIETGANS zijn het talrijkst. De GRAUWE GANS is hier broedvogel, evenals de exoten de CANADESE GANS en de NIJLGANS . Vrij geregeld ziet men ook de TOENDRARIETGANS , de BRAND- en de ROTGANS. Zeldzame soorten zijn dan de ROODHALS en de DWERGGANS.

2. Hoe zien wilde ganzen er uit op de begane grond?




3. - Waarom trekken deze naar het Noorden waar het nu juist terug kouder wordt?
(-> Trekken vogels niet naar warme landen om te broeden? of hoe warm willen de vogels het dan hebben?)
- En Als deze vogels naar het noorden trekken, waar dan precies? Nederland of zelfs hoger naar Zweden of Finland etc?


Elk jaar vanaf oktober strijken ze immers neer in de Oostkustpolder om dan vanaf januari – februari terug te vertrekken.
De ganzen komen hier overwinteren. Allen hebben een reis achter de rug van vele duizenden kilometers uit het hoge Noorden (Siberië, Spitsbergen,…). Hier vinden ze de nodige rust in uitgestrekte graslandcomplexen. En dit allemaal op hun geliefde temperatuur: juist boven het vriespunt om de winter goed door te komen.
Wanneer de dagen bij ons terug langer worden in februari, begint een lange reis naar Spitsbergen. Vanzelfsprekend gebeurt de trek nooit in één keer. Wetenschappers schatten dat de eigenlijke vliegtijd voor de kleine rietgans "slechts" zo'n 5 tot 10 dagen per jaar vergt, de resterende weken gebruiken ze om bij te tanken op hun tussenstops. Voor de kleine rietganzen liggen die in Friesland, Denemarken en Noorwegen.
Ganzen broeden niet voor niks in het hoge Noorden: op de toendra treffen ze een open landschap (zien ze van ver een vijand afkomen). Bovendien zijn er ten Noorden van de poolcirkel 's zomers geen nachten, wonen er vrijwel geen mensen die hen kunnen storen ... kunnen ze 24 op 24 op zoek gaan naar voedsel in de mosrijke toendra.

4. Waarom trekken zij in zo een grote groep?

Ganzen trekken in familieverband of grote troepen. Ze vliegen in V-vormige formaties of golvende linies. Ook in het overwinteringsgebied leven ze in groepen, ook wel toom genoemd.
Als een gans ziek wordt of gewond raakt en daardoor niet meer in staat is mee te vliegen dan zullen twee ganzen bij de zieke gans blijven totdat deze hersteld is of overleden. Samen zullen de ganzen trachten hun groep in te halen.


5. Is er hier een leider onder hen in die grote zwerm?

De leiderspositie wordt steeds afgewisseld en laat de voormalig leider zich helemaal naar achteren vallen om aan te sluiten. Op deze manier kan hij optimaal profiteren van de aanzuigende kracht van de anderen. Hij schroomt dus niet om tijdelijk in de luwte te vliegen en zodoende op adem te komen.


6. Waarom maken zij zo V-figuren in de lucht?

Door in V-formatie te vliegen hebben de vogels een grotere vliegcapaciteit. De ganzen die volgen maken gebruik van de lift die volgt uit de vleugelslag van de voorganger. Tijdens het vliegen praten de ganzen met elkaar. De achterste ganzen moedigen de voorste aan om op snelheid te blijven. Een gans kan snelheden tot maximaal 46 kilometer per uur halen.

Geraadpleegde bronnen:

Internet:

http://www.natuurgidsen.eu/ng/index.php?option=com_content&view=article&id=119:wilde-ganzen-in-de-oosthoekpolders&catid=46:fauna-blog&Itemid=65
-> wilde ganzen in de oosthoekpolders

http://nl.wikipedia.org/wiki/Ganzen
-> ganzen

www.hyacint.info/files/ganzen_herkennen.doc
-> Ganzen herkennen en algemene info over ganzen

Boeken:


Wat heb ik voor mezelf geleerd?

Ik dacht altijd dat alle vogels naar het zuiden vlogen en met zuiden dacht ik dan vooral Afrika en Spanje. En als ze terug naar het noorden kwamen dat hun stop dan hier in België of Nederland was.
Ik heb bij deze dus geleerd dat niet alle vogels naar die landen trekken voor de winter te overleven, en een voorbeeld is hiervan dus de gans. Zij komen naar hier (wij zijn voor hen het zuiden) en gaan terug naar het noorden bovenaan in Siberië of Noorwegen.
Niet alle vogels hebben nood aan hele hoge temperaturen rond de 20 graden om te overleven.
Plus ik ben ook te weten gekomen dat de ganzen vooral in V-formatie vliegen en hier geen vaste leider onder hen is. Iedereen werkt daar goed samen als een team.

Wat heb ik voor mezelf geleerd als leerkracht?

Dat als we het hebben over overwinteren van vogels en ze een trektocht doen, dat ik hier dan ook duidelijk een onderscheid in moet maken van: vogels die naar hier komen (waarbij wij het zuiden zijn voor hen) en vogels die hier weggaan naar nog warmere oorden.
Ook duidelijk maken aan de lln waarom die vogels in een V-formatie vliegen, zodat zij niet gaan denken dat dit is om kunstjes te doen of voor de schoonheid is van ons oog...

Wat kan ik als leerkracht hier nog mee doen?

Als het winter is kan ik met de lln eens buiten gaan observeren welke vogels wij hier nog aantreffen om zo te kijken welke vogels hier overwinteren.
Buiten gaan observeren hoe de vogels vliegen om zo hen ook met de V-formatie te leren kennis maken.
Hen laten ervaren waarom er geen vaste leider is in een V-formatie, adhv een touw en de lln in een V-formatie plaatsen. De leider moet dan de groep trekken. De lln zelf hieruit een besluit laten vormen.

Welke leerplandoelen heb ik nu vervuld?

7.3 Het ontdekken in de omgeving van een aantal levensgemeenschappen of biotopen.
7.4 Inzien dat dieren een grote verscheidenheid in kenmerken vertonen.
7.5 Ontdekken dat er tussen dieren onderling veel gelijkenissen bestaan.
7.6 Inzien dat dieren op een eigen manier trachten in leven te blijven.
7.7 Inzien dat dieren aangepast zijn aan een leefwijze in een bepaald milieu.
9.10 Plaatsen waarmee je kennis maakt vlot op een passende kaart of plattegrond terugvinden.